De Pyreneeën hebben iets bijzonders, hoe vaak je er ook komt, het blijft je verbazen. Waar in de Pyreneeën water vaak in overvloed is, geldt dat niet voor de hele regio. Eén dag en 200 kilometer geleden zaten we in de woestijn van Bardenas Reales (Navarra). Nu hiken we in de Spaanse Pyreneeën naar een imposante waterval; Cola de Caballo. Voor ons een spectaculaire manier om twee natuur uitersten en het contrast ertussen duidelijk te zien.
Vanaf Arguedas rijden we tot Sabinanigo, waarom weten we zelf ook niet. Hier is niet veel te beleven maar een prima plek om te werken. De wegen zijn niet vervelend maar verbleken wanneer de route zich voortzet tot de parkeerplaats van het Ordesa National Park; la Pradera de Ordesa. Eerst een snelle stop in Torla, hier zit een groot bezoekerscentrum die naast alle informatie ook het laatste weerbericht heeft. Vanaf hier wordt het alleen maar mooier en we worden enthousiast. "Hoe gruwelijk moet de hike wel niet gaan worden?"
Tip: Ook naar het Ordesa National Park? Maak een stop in Torla en stap het bezoekerscentrum binnen. Naast de nodige informatie die je hier (gratis) krijgt, kan het ook zo zijn dat de parkeerplaats boven gesloten is en er van de busdienst (€4,- p.p.) gebruik gemaakt moet worden.
De wandeling die we willen doen, naar de waterval; Cola de Caballo, is open. Door lawinegevaar aan de andere kant van de rivier moeten we de route heen en weer lopen. Boven de 1700 meter ligt sneeuw en boven de 2000 meter vriest het. Het is een route van zestien kilometer met een hoogteverschil van 500 meter. De route komt langs drie watervallen om uiteindelijk, na acht kilometer uit te komen bij Cola de Caballo.