Heb je alles in huis om je stroomschema voor de camper daadwerkelijk aan te sluiten? Neem deze tips & tricks dan mee in je achterhoofd. Zo kun je veilig werken en weet je zeker dat alle verbindingen en aansluitingen binnen jouw stroomcircuit op een juiste manier zijn gedaan. We raden je aan om te altijd te werken met dubbel geïsoleerde kabels om de veiligheid te vergroten.
“Zorg er altijd voor dat de stroom is afgekoppeld wanneer je aan de slag gaat met het aansluiten van bekabeling, apparaten etc. Wij hebben gekozen om alles aan te sluiten voordat de accu’s aan het stroomcircuit werden gekoppeld. Het aansluiten van de accu’s was de allerlaatste stap waarna we alles konden gaan testen. Heb je toch nog kabels vrij wanneer je de accu’s aansluit? Let er dan op dat je de uiteindes van de kabels isoleert (door isolatietape te plaatsen of een stukje krimpkous) zodat er geen kortsluiting kan ontstaan.”
Goed gereedschap is het halve werk
Dat geldt dubbel en dwars voor het werken met elektriciteit. Zorg ervoor dat je de juiste gereedschappen klaar hebt liggen. Maar ook de kwaliteit van het gereedschap maakt hierbij veel uit. De ene krimptang is namelijk de andere niet. Door de inzet van goed gereedschap maak je het jezelf echt een stuk makkelijker. Enkele tangen die wij je aanraden zijn:
Gebruik de juiste kabelschoentjes of kabelogen
Gebruik de juiste materialen voor het verbinden en aansluiten van kabels. In oude(re) campers kom je nogal eens kroonsteentjes tegen. Het is een stuk veiliger om deze achterwegen te laten.
Om goede veilige verbindingen te maken kun je de kabels solderen of maak gebruik van lasklemmen, kabelschoentjes en/of kabelogen in combinatie met krimpkousen.
Let op: Hou er rekening mee dat alle kabels en dus alle connecties door het rijden gaan trillen. Het is dus extra van belang om veilige connecties te maken die tegen een stootje kunnen.
Tips voor kabelschoentjes (12/24 volt bekabeling)
- Kies voor kabelschoentjes van kwaliteit en voorzien van een isolatiemantel.
- De kleur van een kabelschoentje geeft aan op welke kabeldikte hij geplaatst kan worden.
- Rood 0,5 tot 1,5 mm2
- Blauw 1,5 tot 2,5 mm2
- Geel 4,0 tot 6,0 mm2
- Maak ongeveer 5 mm van het draad vrij met een striptang.
- Draai de strengen van de kern tussen je vingers netjes samen.
- Plaats een stukje krimpkous over de kabel voordat je de kabelschoen plaatst.
- Schuif de kabelschoen (of stootverbinder) over de vrijgemaakte kern.
- Plaats de kabelschoen in de krimptang bij de juiste kleur en knijp goed dicht.
- Werk de verbinding tussen de kabel en de kabelschoen na het dichtknijpen af met het stukje krimpkous. Schuif de krimpkous over de verbinding en verhit met een föhn.
Tips kabelogen voor dikke (accu)kabels (12/24 volt bekabeling)
- Kabels dikker dan 6,0 mm2? Gebruik dan kabelogen.
- Let bij het plaatsen van een kabeloog altijd goed op hoe groot de bout is waar het oog op geplaatst wordt. Wanneer een oog met een M8 bout moet worden geplaatst maar het oog zelf is M10 dan is de verbinding te ruim. Hierdoor kan er veel hitte ontstaan wat weer een gevaar vormt.
- Kabelogen zijn niet met een normale krimptang dicht te knijpen. Hier heb je een grote professionele tang voor nodig. Mocht je die niet in huis hebben dan kun je zo’n krimptang huren of eventueel bij een autospeciaalzaak alle kabels op maat laten maken.
- Extra belangrijk bij het plaatsen van kabelogen is dat de kabeldikte precies past. Let ook goed dat je het oog op de juiste manier dichtknijpt. Als deze verbinding niet juist is dan kan het zo zijn dat connectie tussen kabel en kabeloog niet voldoende is en daardoor de stroom niet goed kan lopen.
- Werk ook de kabelogen af met een stuk krimpkous om de connectie extra te isoleren.
Gebruik altijd de juiste dikte kabel voor het beoogde gebruik. Hoe je dit kunt berekenen lees je hier. Wil je een voorbeeld zien van de bekabeling die wij gebruikt hebben voor onze 12/24 volt apparaten? Die vind je hier.
Stappenplan kabels verbinden
Het kan voorkomen dat de getrokken kabel te kort is en je deze moet verlengen. Voor het verlengen van 12 of 24 volt bekabeling kun je verbindingen maken door te solderen of door stootverbinders (butt connectors) te plaatsen.
- Voor de stootverbinders gelden dezelfde kleurstellingen voor de dikte van de kabel als de kabelschoentjes.
- Probeer geen verbindingen te maken die ergens worden weggewerkt waar je niet meer bijkomt (achter wanden bijvoorbeeld). Het is dan verstandiger om te investeren in een langere kabel.
- De stappen van het plaatsen van een kabelschoen (zoals hierboven beschreven) kunnen worden gevolgd. Je knijpt bij een stootverbinder beide uiteindes dicht.
- Plaats wederom eerst een stuk krimpkous, groot genoeg om de hele verbinding te beschermen. Schuif na het dichtknijpen van de stootverbinder de krimpkous eroverheen en verhit.
- Ga je solderen? Ook dan werk je de verbinding af met een stuk krimpkous.
- Let extra op met het verbinden van kabels dat de plus met de plus wordt verbonden en de min kabel met de min kabel. Dit is een van de redenen om voor één kleurstelling te kiezen rood is plus (+) en zwart is min (-).