In Noord-Portugal, ofwel Norte, is de tweede stad van het land gevestigd, Porto. Deze stad wordt door velen gezien als het echte en oorspronkelijke Portugal. Naast dat het een bruisend havengebied is met een levendige binnenstad kent het ook armoede. Centraal in Porto en misschien wel heel Noord-Portugal is de rivier Rio Douro. Wanneer je de rivier stroomopwaarts volgt, dat overigens zeer de moeite waard is, kom je zo een 100 kilometer verderop uit bij het welbekende portgebied. Dit gebied, met haar eindeloze terrassen en enkele witgepleisterde landhuizen, wordt sinds 2001 door de UNESCO beschermd. Hoe verder je de Rio Douro stroomopwaarts volgt hoe droger en dunbevolkter het land wordt. Bij de Spaanse grens loopt het rivierdal van de Douro door een diep uitgesleten kloof in de granieten rotsen.
Naast het binnenland kent Noord-Portugal ook een uitgestrekte kustlijn. Zowel ten zuiden als ten noorden van Porto zijn stranden en badplaatsen te vinden. Maar ook kleinere minder toeristische plaatsen zijn in de kusstreek nog aanwezig. De Costa Verde (groene kust) bijvoorbeeld siert het noordelijkste gedeelte. De stranden doen niet af aan die in de Algarve of Alentejo, hier is het weer alleen onbestendiger.
“Tussen de rivieren en achter de bergen“, een betere omschrijving is er wellicht niet. En hoe noordelijker je komt in Noord-Portugal hoe toepasselijker de omschrijving wordt. De Minho, Lima, Cávado, Ave en Tâmega stromen door het noordwesten van het gebied. De beken en rivieren zijn schoon en voorzien veel stuwmeren van water. Voor de natuurliefhebbers is het goed vertoeven in Noord-Portugal.