Het noorderlicht, of de Aurora Borealis, is een natuurfenomeen die ongekend is. Het is niet te vergelijken met welk ander natuurfenomeen dan ook. Oké op het zuiderlicht na. Wat het noorderlicht misschien nog mooier maakt is dat het niet altijd op dezelfde plek te zien is en van verschillende factoren afhankelijk is. Bewolking kan bijvoorbeeld een boosdoener zijn. Het is dus jagen op het noorderlicht en helaas niet op een vast punt genieten.
First things first, wat is het noorderlicht nou precies? Het noorderlicht zijn (meestal maar niet altijd) groene lichten die kunnen worden gezien in gebieden dichtbij het poolgebied; IJsland, Scandinavië, Alaska en de noordelijke delen van Canada. Het licht ontstaat doordat kleine geladen deeltjes door de dampkring komen en een reactie ontlokken, dit zien wij terug in een gekleurd licht dat lijkt te bewegen door de lucht. Vaak is de kleur groen maar soms ook blauw, paars, licht rood of een combinatie van deze kleuren.
Het officiële Aurora seizoen in IJsland is van oktober tot maart, maar eigenlijk komt het fenomeen het hele jaar door voor. Het is dan alleen niet zichtbaar. Het noorderlicht komt pas echt goed tot zijn recht als het pik en pik donker is. Rondom de zomermaanden is dit nauwelijks het geval. In IJsland hoeft het niet hartje winter te zijn om het noorderlicht te spotten. Met goede weersomstandigheden, heldere nacht, is het ook in de herfst en lente te zien. Bewolking belemmert het zicht, dit maakt het in de winter (door hevige sneeuwval) soms juist erg lastig om het noorderlicht in IJsland te zien. Er wordt gezegd dat juist koude nachten ideaal zijn, niet zozeer voor het noorderlicht maar voor een heldere lucht.