De weg naar Noord-Portugal is ingezet en de kust wordt gevolgd. Een waar paradijs voor surfers, maar er is veel meer te zien en doen langs de westkust. Steden met een middeleeuws verleden duiken om de zoveel kilometer op. En allemaal hebben ze iets wat ze bijzonder maakt. We kiezen er een paar uit, soms op basis van die bijzonderheden maar vaak op de gok.
Tussen Sintra en Porto ligt een gebied bekend als Surf Heritage. De aantallen surfshops en -scholen lichten een tipje van de sluier op hoe het hier in het hoogseizoen kan zijn. Nu in de 'winter' (het is nog steeds 16 graden en de zon schijnt, maar het water is koud) zijn er veel minder surfers. Waarschijnlijk door het weer, maar de hoogte van de golven speelt hier ook vast mee. Voor ons helaas de reden om de wetsuits in de kast te laten hangen. Een wijs besluit leren we al snel, de stroming is sterk en een Engelsman drijft na enkele minuten in het water de verkeerde kant op. Richting de rotsen en peddelen lijkt geen zin te hebben. Het loopt goed af, maar ook hij komt tot het besef dat surfen hier voor hem nu geen zin heeft.
Na een nacht op de rotsen net onder Peniche verkleurt de lucht die ochtend langzaam grijs. Peniche ligt op een schiereiland en ziet er gemoedelijk uit. De beschutte stranden zijn waarschijnlijk de grootste trekpleisters. Door het weer blijven we in de auto tijdens ons rondje over het schiereiland. Tot het even opklaart bij de vuurtoren. De rotsformaties hier doen denken aan de pancake rocks in Nieuw-Zeeland. Het weer lijkt er niet beter op te worden, we moeten het een dag uitzitten.