De Marokkaanse Koningssteden staan bekend als de mooiste en meest historische steden van het land. Dit is dé plek om de geschiedenis in te duiken en je te verdiepen in de Moren en de verschillende dynastieën die Marokko geregeerd hebben.
Elke Koningsstad, Fèz, Meknès, Marrakesh en Rabat, zijn stuk voor stuk belangrijke steden binnen de geschiedenis van Marokko. Ze zijn allemaal ooit de hoofdstad van het koninkrijk geweest. Nu is dit Rabat. De oudste Koningsstad is Fèz, welke al in de negende eeuw onder Sultan Idriss II (een achterkleinzoon van de profeet Mohammed) de hoofdstad van Marokko werd. Nadat zijn dynastie ten val kwam namen de Almoraviden het over, met Marrakesh als hoofdstad. Maar Fèz bleef een belangrijke stad, die later nog vaker tot hoofdstad zou worden uitgeroepen onder verschillende koningen. In de twaalfde eeuw namen de Almohaden het stokje over en stichten de stad Rabat. Rabat werd direct hun hoofdstad maar dit werd weer omgegooid toen de beruchte sultan Moulay Ismael aan de macht kwam. Hij maakte Meknès tot hoofdstad en tot 1912 bleef dit zo. In 1912 hebben de Fransen Rabat weer tot hoofdstad uitgeroepen en nadat Marokko onafhankelijk werd is dit ook de hoofdstad gebleven.
Opmerkelijk: de grootste stad van Marokko, Casablanca, is geen Koningsstad. Casablanca heeft nooit als hoofdstad gediend en voelt ook een stuk moderner (of Westers) aan dan de vier Koningssteden.
Fèz - opgericht door Idris I tussen 789 en 808 n.C. - wordt gezien als de meest interessante koningsstad en omschreven als de spirituele en culturele hoofdstad van Marokko. Deze titel heeft Fèz o.a. te danken aan één van de oudste en belangrijkste universiteiten in de Moslimwereld (de universiteit van al-Qarawiyyin, 859 n.C.). In de eeuwen na de oprichting domineerde deze (en andere universiteiten in Fèz) het intellectuele leven van de stad en van het land eromheen. Veel belangrijke literatuur - gericht op religieuze wetenschap, filosofie en poëzie - kent hier zijn oorsprong.
Fèz als Koningsstad: Fèz is de oudste stad van Marokko en heeft het vaakst als hoofdstad / Koningsstad gediend. Maar liefst zes keer.
- Onder de Idrisid-dynastie, van het begin van de 9e eeuw tot 974;
- Onder de Marinid-dynastie, van 1244 tot 1465;
- Tijdens het Idrisid-intermezzo van de 15e eeuw, van 1465 tot 1471;
- Onder de Wattasid-dynastie, van 1471 tot 1554;
- Onder de Saadische dynastie, van 1603 tot 1627;
- Tijdens de 17e eeuw Dila'ite intermezzo, van 1659 tot 1663;
- Onder de Alaouitische dynastie, van 1666 tot 1672 en van 1727 tot 1912.
Momenteel is Fèz de op een na grootste stad van Marokko, na Casablanca. Maar van oudsher heeft de stad altijd veel inwoners gekend. Zo is de stad groots opgezet met ruim 16 kilometer aan stadsmuren en is Fèz opgebouwd uit drie delen; Fèz el Bali (het middeleeuwse deel) ofwel Medina, hier leeft ongeveer de helft van de inwoners en dit is ook het meest bezochte deel door toeristen. Fèz el Jedid is het tweede deel, dit stuk wordt ook wel het nieuwe Fèz genoemd, ook al is dat het al sinds eind 13e eeuw. In dit deel vind je Mellah, het oude Joodse gedeelte. Het derde deel is het moderne ville nouvelle, gebouwd door de Fransen. Dit stuk is voor de meeste mensen het bezoeken niet echt waard.
Tip: De beste uitzichten over Fèz heb je vanaf de Merenid graven aan de noord kant. Vanaf hier kijk je over het oude stadsdeel.
Fèz kent veel mooie en interessante bouwwerken. Zoals de Bou Inania Madrasa (een religieus college en een van de weinige religieuze plaatsen in Marokko open voor niet-moslims), een oude en sierlijke binnenplaats omringd door eenvoudige cellen ooit gebruikt door studenten. Het Belghazi museum dat zijn tentoonstelling huist in een 17e -eeuwse riad, een tuinhuis gebouwd om een binnentuin.
Het hoogtepunt van Fèz is uiteraard de Medina (het oude stadsdeel), een doolhof dat sinds de achtste eeuw onveranderd is en waar paarden en ezels voorrang hebben terwijl ze de kleine winkeltjes voorzien van koopwaar. Hier vind je het echte leven in één van de koningssteden, elk district heeft zijn eigen badhuis, bakker, messenslijper, etc. De kleine straatjes van Fèz’s Medina laten je geheid verdwalen, maar gelukkig kom je altijd iemand tegen om je de weg te wijzen als dat nodig is. Even aan alle drukte van de stad ontsnappen kan in de Jnan Sbil-tuinen, ook bekend als de Bou Jeloud-tuinen. Deze openbare tuin, gelegen tussen Fèz el Jedid en Fèz el Bali, is een oase van rust en natuurlijk groen.
Let op: Moskeeën zijn niet toegankelijk voor niet-moslim bezoekers, wel is het de moeite waard om bij de ingang van de Zaouia Moulay Idriss naar binnen te gluren, hier ligt het graf van de stichter van de stad.
Zelf de Koningssteden van Marokko ontdekken? Er zijn verschillende reisorganisaties die complete (individuele) rondreizen hebben opgezet. Je hoeft zelf niet over de route na te denken want deze reizen brengen je naar de indrukwekkende Koningsteden en sommige combineren het met de imposante zandduinen. Bekijk de reizen en ontdek of er iets voor jou tussen zit:
Meknès - in de 11e eeuw gesticht door de Almoraviden als een militaire nederzetting - werd de hoofdstad van Marokko onder het bewind van Sultan Moulay Ismaïl (1672–1727), zoon van de stichter van de Alaouitische dynastie. Dat dit een machtig man was is o.a. terug te zien in de opzet van de stad die wordt belichaamd door de Bab-El-Mansour-poort. Welke één van de kroonjuwelen is van het enorme paleiscomplex, met uitgebreide vestingwerken en nog meer monumentale poorten. Maar er is meer wat een bezoek aan Meknès de moeite waard maakt.
Meknes als Koningsstad: Meknès is de enige stad die maar één keer de Koningsstad is geweest, van 1672 tot 1727. Wellicht dat het te maken heeft met het feit dat het nog geen 60 kilometer van Fèz afligt.
Wat Meknès uniek maakt is de opzet van de stad, deze is totaal anders in vergelijking met de drie andere Koningssteden. In tegenstelling tot de meeste grote steden in Marokko is het hoogtepunt van Meknès niet de Medina maar het 17e -eeuwse paleiscomplex wat als hoofdkwartier van Moulay Ismael diende. En hoewel hoofdkwartier misschien wat klein klinkt, kan dit deel van Meknès het beste omschreven worden als een ommuurde stad met meerdere paleizen, moskeeën, dungeons en tuinen in een stad. Inderdaad, een stad midden in de stad. Niet gek dat dit stadsdeel dan ook wel simpelweg Koningsstad of Cité Impériale genoemd wordt. Aan alles in dit paleiscomplex zie je terug dat het voor de elite was, het is ontzettend ruim opgezet met vijvers, tuinen maar ook alle andere voorzieningen die je in die tijd in een stad verwacht. En meer.
Tip: Vooral de dungeons zijn spectaculair. Hier werd graan bewaard waarmee de bevolking van Meknès een jaar vooruit kon. Oh ja en ook nog eens 12.000 (!!) paarden. Ook het Moulay Ismael Mausoleum is een bezoek waard, en niet alleen omdat dit één van de weinige heilige plaatsen is die door niet-moslims bezocht mag worden.
Dit is dan ook de reden dat Meknès relaxter aanvoelt dan bijvoorbeeld in Fèz of Marrakesh. De luxe van rust en ruimte vind je niet snel midden in een andere stad. Zeker in het Koningsstadsdeel zelf vergeet je soms even dat je midden in de zesde stad van Marokko staat. In de Koningsstad is het rustig, locals lijken dit deel vooral aan toeristen over te laten. Dit alles veranderd zodra je vanuit de Koningsstad via het El-Hedima plein oversteekt richting de Medina. Hier sta je zo weer midden in het drukke dagelijkse leven van de Marokkaanse verkopers. Zo vind je hier schitterende handgemaakte producten, de lekkerste kruiden en natuurlijk het heerlijke Marokkaanse eten in de vele restaurantjes of gewoon bij een marktkraampje op straat.
Buiten deze hotspots loop je rondom de Koningsstad en de Medina letterlijk tegen nog een historisch bouwwerk aan. De (oude) stadsmuren van in totaal 45 kilometer zijn voorzien van imposante poorten die je toegang geven tot een nieuw of ander deel van de stad.