Na twee dagen Christchurch vervolgen we onze route, maar nu gaan we landinwaarts en laten we de kustlijn even voor wat het is. We trekken dieper Canterbury in. De bestemming, Mount Cook. Nieuw-Zeelands hoogste berg, maar we hebben de tijd en gaan via het Peel Forest. We staan dit keer op een luxere DOC-camping. Dit betekent eigenlijk niet meer dan een warme douche en een keuken, maar het is meer dan voldoende. Een rustige camping in een gebied waar niet zo veel lijkt te gebeuren. Heerlijk.
Na enkele korte wandelingen (naar o.a. de Acland Falls en de Big Tree) rijden we richting Lake Tekapo. Het landschap neemt nieuwe gezichten aan. Glooiende heuvels met zo nu en dan een vergezicht naar de bergen. Tot daar plots een raar blauw meer opdoemt. Lake Tekapo is een gletsjer meer en dankt hier de uitzonderlijke kleur aan. Misschien wel het bekendste punt is de Good Shepherd kerk. Een klein stenen kerkje met uitzicht over het blauwe meer. Bussen toeristen krijgen hier hun fotomoment voordat ze richting Mount Cook vertrekken. Na een koude duik gaan ook wij die kant op.
Net voor we de weg inslaan richting het Aoraki, Mount Cook National Park stoppen we nog even bij Lake Pukaki. Een ander blauw meer maar dit keer staat Mount Cook aan de andere kant. Het is helder weer dus we hebben een prachtig uitzicht.
De weg neemt je mee in de richting van Mount Cook. Voordat de camping wordt bereikt kom je langs het Hermitage Hotel. Een hotel dat bol staat van de historie. De White Horse Hill campground is weer een DOC-camping, maar een stuk drukker dan we gewend zijn. Er zijn meer mensen geïnteresseerd in Mount Cook. We vinden een mooie plek en maken ons op voor een koude nacht.