We trekken dieper het binnenland van Otago in, op naar Queenstown. Dé adrenaline hoofdstad van Nieuw-Zeeland. We vertrekken vanuit Dunedin. Het weer zit tegen en halverwege de middag besluiten we de weg op te gaan, op zoek naar beter weer. Eigenwijs als we zijn kiezen we de langere route (snelweg 87 en 85), onder het mom van dan zien we meer.
We zien genoeg, maar Queenstown halen we niet. Het is 18:30 uur als we zo goed als langs het St. Bathans Recreation Reserve rijden waar een gratis DOC-camping zit. Tussen het hoge gras met uitkijk op de omgeving slaan we kamp op. De volgende ochtend vervolgen we de route en de wegen zijn schitterend. Kronkelend langs rivieren en meren in de dalen van de bergen. Dwars door de fruitstreek van Otago. Queenstown komt dichterbij en we komen langs de brug waar vanaf als eerste is gebungeejumpt. En nog steeds wordt er vanaf gesprongen, in een rap tempo. Het is een populaire toeristische attractie, door de eerdere problemen met de bus besluiten we met pijn in ons hart er niet vanaf te springen. En dat blijkt geen verkeerde keuze.
Als we bijna in Queenstown zijn wordt de motor weer erg warm. We dachten dat dit probleem verholpen was in Dunedin maar blijkbaar toch niet helemaal. Het blijkt nu de andere koelwaterslang te zijn. De toevallig passerende postbode wijst ons de weg naar een garage in Arrowtown, waar we voor de volgende teleurstelling komen te staan. Hoewel het maandag is en de garages open zijn is het eind december, de vakantieperiode komt eraan en dat betekent drukte in garages. Iedereen wilt zijn auto laten controleren. Voor ons was geen plek, een ander grapt woensdag. In Queenstown horen we bij nog vier garages hetzelfde verhaal. Nummer vijf toont begrip en duikt onder de auto.
We lopen Queenstown in om te kijken wat hier allemaal te doen is. Het doet ons denken aan Surfers Paradise in Australië, veel hotels en motels en ingericht op het toerisme. Maar hierdoor ook veel leuke eettentjes en barretjes en goede faciliteiten. Aan het eind van de middag is ons huis weer klaar om de weg op te gaan, maar nog wel met een verrassing. Enkele riemen in de motor zijn zo versleten dat ze elk moment kunnen klappen. Een nog groter potentieel probleem dus. We maken een afspraak voor de volgende dag en zoeken voor de avond een camping op net buiten Queenstown, aan Lake Wakatipu (met 80 kilometer het langste meer van Nieuw-Zeeland).